At the lake

Misschien was ze wel een van de best bewapende omnivoren, ze wist bijna zeker dat ze beter bewapend was dan alle herbivoren. Ze had deze gedachtes opgedaan tijdens haar tocht van het mistwoud naar hier. Ze had in het mistwoud oog in oog gestaan met drie vleesetende theropoden: Een velociraptor, een Utharaptor en een Troodon. De Troodon streepte ze in gedachte door, voor zover zij wist waren dat insecteneters (omnivoren dus) bovendien waren ze een stuk kleiner dan de gemiddelde gevaarlijke theropoden. De twee grotere rovers hadden haar niet aangevallen, misschien omdat ze te groot was maar het kon ook zijn omdat ze aan ieder van haar voorpoten drie klauwen had van zeker een meter lang. Ze was geen vechter dus deze gedactes klopten naar haar iedee eigenlijk niet. De Therizinosaurus pikte de geur van een bekende boom op. Ze bedacht dat het alweer twee dagen geleden was dat ze zich helemaal vol had gegeten en besloot de geur te volgen. Toen ze dichterbij kwam hoorde ze het geruis van watervallen, iets dat goed uitkwam want ze had de dag ervoor voor het laatst gedronken. Bij het horen van het geluid kreeg ze dan ook meteen dorst.
Het duurde een tijdje voor ze zich door de dichte begroeiïng had gewerkt maar het resultaat was de moeite waard: Ze stond aan de rand van een prachtig meertje dan in een halve cirkel omgeven was door watervallen. Ze kwam dichterbij en keek eerst even om zich heen om er zeker van te zijn dat ze alleen was. Pas toen ze zeker wist dat ze écht niet bekeken werd kromde ze haar nek en dronk ze van het verfrissende water. Toen haar dorst gelest was probeerde ze de unieke geur van de boom weer op te pikken. De boom bleek langs de rant van het meer te staan. Met haar lange klauwen haalde ze takken omlaag zodat ze deze van hun bladeren kon ontdoen. Terwijl ze kauwde vroeg ze zich af of er in dit gebied - DW - meer Therizinosaurussen waren. Ze had tot nu toe überhaubt weinig herbivoren gezien. Slechts wat kleinere theropoden en een enkele grote vleesetende theropode. Op haar weg naar deze plek had ze ook meer dan eens de geur van een Spinosaurs opgepikt. Ze wilde niets lieven dan het grootste roofdier dat op deze aarde rondliep ontwijken. Een hongerige Spinosaurus liep ze liever niet tegen het lijf. Gelukkig kon ze een grote dino hier makkelijk horen aankomen: De dichte begroeiïng zou diens weg zó belemmeren dat het enorm veel herrie zou maken als er een grote dinosaurus doorheen gelootst moest worden.

(Gelieve een herbivoor/omnivoor van of een die op vier poten loopt. Vliegende reptielen mogen ook)